Er is al veel geschreven over Harstenhoek en die verhalen zijn eenduidig over het nettenboetstersveld.
Toch botst dit algehele beeld met dat wat mijn vader Teunis Cornelis Roeleveld had beschreven.
Johanna was voor en tijdens haar huwelijk boetster. Het veld waar dit gebeurde
heet boetveld en bevond zich aan de Harstenhoekweg bij de watertoren.
Een licht glooiend duinterrein.
Moet dit stukje familiegeschiedenis herschreven worden?
Het verhaal start in het jaar 1904, inmiddels lagen de bomschuiten en haringloggers niet meer op het
strand maar in de pas in gebruik genomen eerste binnenhaven. De vissers gebruikten kilometerslange
katoenen drijfnetten. Deze netten moesten na terugkomst gedroogd en hersteld worden. Dit gebeurde
aanvankelijk langs de vissershaven of in Westduinen, maar het ongebruikte, drogen en geëgaliseerde
Harstenhoek was een veel betere plek. Met paard en wagen werden de netten van de haven naar dit boetveld,
voluit nettenboetstersveld, gebracht.De mannen legden de netten in lange banen op het vlakke terrein
te droge en daarna kwamen de boetsters het herstelwerk doen. Er zijn aantallen beschreven van 400
boetsters die tegelijkertijd op het terrein bezig waren.
Nu zijn er twee verhaallijnen die ‘in tijd’ enorm van elkaar afwijken. Mijn vader schreef dat mijn
oma rond 1900 boetster was op de Harstenhoek. Dit strookt echter niet met de verhalen die ik in
natuurwetenschappelijke stukken, kranten en bestemmingsplannen over de Harstenhoek heb gevonden
en die hierover allemaal nagenoeg hetzelfde schrijven namelijk dat de vallei tot 1935 dienst
deed als koeienweide. Daarna werd het gebruikt voor het drogen en boeten (repareren) van de
vissersnetten.
Op zoek naar het ware verhaal vond ik een interessant artikel in de Gazet 215 nr. 232 over het schilderij
de Nettenboetsters van Vincent van Gogh.
Schilderij op historiek.net
Toch is de uiteindelijke conclusie van de schrijver van het artikel in de GAZET dat het Harstenhoek niet kan zijn geweest. Hij geeft aan dat hij dit baseert op bronnen die allemaal zeggen dat de Harstenhoek pas in 1935 als boetveld in gebruik is genomen. Hij refereert waarschijnlijk aan dezelfde bronnen die ik ook heb gevonden. Hij geeft aan dat er in die tijd meerdere plekken waren waar het duin was afgegraven en dus geschikt was voor het drogen en boeten van visnetten. Maar een veld zo groot als op Van Goghs schilderij kon hij nergens ontdekken, behalve Harstenhoek.
Het schilderij gaf mij wel de zekerheid dat ik verder moesten zoeken.
Via wat speurwerk in het Haags Archief in kranten uit 1880 tot 1929 vond ik een nieuw spoor. In een korte melding met de kop ‘Rechtszaken’ in Dagblad van Zuidholland, 1883 las ik het volgende:
Van netten van de Scheveningsche reeder, die nabij den watertoren te droogen lagen, is een gedeelte afgesneden en gestolen, zoo juist narr de mazen dat het diefstal blijkbaar door een deskundige voor eigen gebruik is geschied. De politie onderzocht.
“BINGO” en in een artikel uit het Algemeen Handelsblad, 1891 wordt het gebied beter omschreven.
Ten slotte werd gevraagd of iemand het recht had den reeders te verbieden hunne netten te drogen op de gronden gelegen tusschen den Watertoren en het Oranje-hotel.
Op beeldbank vond ik een foto met de datering ca. 1895 waar met behulp van paard en wagen de vissersnetten op het terrein van Harstenhoek
voor het drogen worden neergelegd.
Maar het gaat in beide artikelen en op de foto alleen om het drogen van de netten, geen boetster te zien. Verder zoeken dus.
Ik vond ook een foto gedateerd ca. 1900 met vissersvrouwen in klederdracht die aan het
boeten waren. Alleen de datering is wat vaag (circa) maar ik neem aan dat het dan maar
een paar jaar scheelt.
Een artikel uit het Dagblad van de arbeidspartij, 1929 maakt duidelijk dat al ver voor 1935 het nettenboeten zeer uitgebreid plaatsvond.
Op de erven en “in de duinen” (bij den watertoren waar de getaande netten ter droging liggen uitgespreid) werken de vierhonderd ongeorganiseerde boetsters. De staking is voor deze vrouwen en meisjes niet geproklameerd. Toch beschouwen de stakers het voor het slagen van hun strijd van belang, dat ook het netten-breien en -herstellen wordt stopgezet. Dat blijkt wel uit het feit, dat in den loop van den dag 80 a 100 man naar “de duinen” getrokken zijn en daar de daar werkende boetsters hebben weten te bewegen, het werk stop te zetten.
Als ik nu in de serre uit het raam naar het nettenboetstersveld kijk kan ik oprecht zeggen dat mijn vader zich niet vergiste in de locatie en dat meer dan een eeuw geleden mijn oma daar aan het nettenboeten was. Misschien werd al lang voor dat Harstenhoek officieel aangewezen werd als boetveld het
drogen en het boeten van de netten gedoogd.
Bronnen die 1935 noemen:
BNNVARA ,
Youtube
en
Natuurtijdschrift
|