Mocht u de persoonskaart niet zien klik dan op
G
eboorte en Jeugd
De geboorte van Klaartje werd op maandag 30 augustus 1819 aangegeven op het gemeentehuis te Den Haag.
Pieter werd geboren op vrijdag 30 augustus 1822 waarvan de volgende akte werd gemaakt.
Pieter was loteling no 759 lichting 1841 van de Nationale Militie. Hij was daarvan vrijgesteld ingevolge "volbragte broederdienst".
W
oonadressen
De familie woonde, in Scheveningen, op de volgende adressen:Kerkstraat 15 en Zeilstraat 85. Zoon Krijn en dochter
Clara hebben na hun beider huwelijk ook gewoond op het adres Kerkstraat 15. Waarschijnlijk woonden ze toen in bij hun ouders.
C
holera in Scheveningen
Nederland maakte voor het eerst kennis met de cholera-epidemie toen de bacterie in 1832 met een vissersboot
in Scheveningen geïmporteerd werd. De oud-Vlierdenaar dokter Johan Franciscus d'Aumerie, die destijds als
baddokter in Scheveningen werkte, speelde hier een belangrijke rol bij de bestrijding van de ziekte.
Bij een onderzoek uit juni 1999 zijn 100 gevallen geïnventariseerd. De epidemie had een verloop zoals in
de onderstaande grafiek is weergegeven van deze cholera gevallen.
Dat de cholera zo snel bij zoveel mensen kon toeslaan kan de volgende oorzaken hebben gehad.
In 1849 werd Scheveningen getroffen door de 2e cholera-epidemie waaraan 463 mensen stierven. Na deze epidemie was
het aantal weeskinderen zo groot dat het Scheveningse weeshuis geen financiële middelen meer kon vrijmaken om alle
kinderen kosteloos op te nemen. Het gemeentebestuur besloot 100 gulden per kind per jaar uit de stadskas hiervoor
beschikbaar te stellen.
In 1866 is er weer een epidemie waarbij 306 slachtoffers vallen 7% van de bevolking is ziek en 3,75% overlijd. D
e Pinksterstorm van 1860
Scheveningen - Op 27 mei 1860, het was op de eerste pinksterdag, stormde het behoorlijk. De dag erna groeide de
storm uit tot een orkaan. Het Haagse Bos en de Scheveningseweg verloren meer bomen dan menigeen zich kon herinneren.
'Het Voorhout, nog voor weinige uren een lusthof, is als een ruïne herschapen; er zijn aldaar meer boomen
omgewaaid dan misschien bij eenigen storm te voren' meldde een krantenbericht van destijds.
Na het bedaren van de storm kwam van tijd tot tijd een pink in het zicht van de wal. Bezorgde families spoedden
zich daarop haastig naar het strand. Een droevig voorbeeld daarvan was het aankomen van de pink 'Vrouw Engeltje'
van reder Dominicus Bruin met stuurman Benjamin Keus. Al spoedig herkende de wachtenden het rouwteken in de mast
van de pink; het ontbreken van de pronkvaan. Enkele gebaren van de schepelingen maakten duidelijk wie de omgekomene
was. Uit de wachtenden aan het strand maakte een vrouw zich los en vertrok wenend terug naar haar woning, aldus de
plaatselijke berichten van destijds.
D
e gebleven schepen
De pink 'De Vrouw Maria Pronk' was 26 mei vanaf het Scheveningse strand ter visserij vertrokken. Kort na de
storm werd de schuit ondersteboven op de 'Bruine Bank' aangetroffen. Van de zeven bemanningsleden was niets te
zien en ook daarna werd nooit meer iets van ze vernomen. Omgekomen waren de 40-jarige stuurman Klaar de Graaf,
Nicolaas de Kraa, 40 jaar en zijn 14-jarige zoon Michiel, voorts Gerrit Spaans 42 jaar, Krijn Roeleveld 24 jaar,
Jacob Toet 22 jaar en de 16-jarige Jacob Bruijn.
De pink 'De Goede Verwachting' van reder Dominicus Bruin was op 21 mei ter visserij vanaf Scheveningen vertrokken.
Op de visgronden aangekomen werd nog een paar dagen in de nabijheid van een tweetal andere pinken gevist.
De stuurlieden daarvan, Johannes Bal en Teunis Keus, praaiden op 26 mei nog hun collega schipper Pronk. Toen echter
op 27 mei het weer verslechterde geraakte het drietal pinken uit elkaar. Op de 30e mei, op zes uren afstand van de
Eijerlandse gronden van Texel, werd ‘De Goede Verwachting, herkenbaar aan enige merktekens, ondersteboven aangetroffen.
Uiteindelijk werd de schuit in het 'Gat van Vlie' geheel tot wrak geslagen. Van de acht vissers, met veel familie
bijeen, werd niets meer vernomen. Omgekomen waren; de 23-jarige stuurman Nicolaas Minnekus Pronk, Dirk Spaans 53
jaar en zijn zoons Johannes en Arie, 31 en 13 jaar oud. Daarnaast verdronken de 53-jarige Jan Zier den Heijer en
zijn zoons Aalbert-Gerrit en Arie, 27 en 17 jaar, evenals de 21-jarige Dirk Pronk.- De familie De Ruiter
Met het uitblijven van de pink 'Prins Frederik der Nederlanden' moet de spanning ondraaglijk zijn geweest. Op deze
pink was een groot deel van de familie De Ruiter en aangehuwden bijeen. Ook dit scheepje werd als wrak ondersteboven
gevonden. De scheepsnaam was nog leesbaar en op een zwaard waren de initialen van de stuurman waar te nemen.
Toen nog enkele herkenbare stukken van de pink op Texel aanspoelden was er geen twijfel meer. Omgekomen waren de
41-jarige stuurman Minnekus de Ruiter, zijn twee zoons Arie en Teunis, 17 en 12 jaar en hun respectievelijke
vader en grootvader de 63-jarige Teunis de Ruiter. Voorts de twee schoonzoons van de oude Teunis, de 36-jarige
Zier Teunis Bronsveld en de 25-jarige Willem Ginder. Tenslotte nog de 24-jarige Cornelis de Jong. Voor de toen
al zo zwaar getroffen echtgenoot en moeder Maria de Ruiter-De Jong zou het hierbij niet blijven. Nog tweemaal
zou zij in die dagen van eind mei 1860 een jobstijding ontvangen.
Ook de pink 'Jacoba Elisabeth' van reder Pieter de Niet sloeg om op de visgronden gelegen boven Texel. Van deze
schuit verdronken de 35-jarige Arie Simon Spaans en zijn 14-jarige zoon Arie. Voorts de 26-jarige Machiel de Jong
en de 34-jarige Machiel de Ruiter. De laatste was eveneens een zoon van de verdronken Teunis de Ruiter en echtgenoot
Maria de Jong.
O
verlijden van Pieter en Klaartje
Op zaterdag 19 december 1885 overleed Pieter om 6 uur 's morgens op 63 jarige leeftijd te Scheveningen.
Hij was toen 63 jaar. Hiervan werd op 20 december van dat zelfde jaar een akte (3294) opgemaakt bij de
burgerlijken stand te Den Haag. Het overlijden werd aangegeven door Carel Lodewijk Matthijs Hoffmann (bode)
en Dirk van der Tas (zonder beroep)
Op maandag 19 oktober 1896 om 17.00 uur, bijna 11 jaar na Pieter, overleed Klaartje op 76 jarige leeftijd.
Haar overlijden werd op 20 oktober (akte 2732) aangegeven bij de burgerlijke stand van Den Haag.
Dit gebeurde door Carel Lodewijk Matthijs Hoffmann (bode) en Engelbertus Heilboom (zonder beroep).
|