De route van de haring
Elk jaar trekt de haring volgens een bepaald patroon de Noordzee rond.
Achtereenvolgens worden voedselgebieden, paaiplaatsen en overwinteringsgebieden bezocht.
De haring houdt zo lang mogelijk vast aan'va ste' trekroutes.
In de Middeleeuwen trok de haring naar de Oostzee om daar kuit te schieten. Rond 1400 veranderde dat
en zwommen ze over de Noordzee in de richting van het Kanaal.
In een document uit 1956 valt het volgende over de haringtrek te lezen.
Het merendeel van de van de kleine haringvissers zoals de die van Montrose, Arbroath, Kirkcaldy,
Leith, Berwick en de Zuiderzee, wiens resultaten niet in de officiele stukken werden genoemd,
spreken echter over minimaal twee rassen, haringen
met een gemiddeld laag wervelaantal van 55-56 die meestal in het voorjaar paait en die met een hoog wervelaantal
van 57 die in de herfst paait. Deze opvatting werd gesterkt met het feit dat haringen slechts eenmaal per
jaar paaien en er door vissers toch op verschillende plekken op verschillende tijden paairijpe haring word
gevangen.
|